Zelfcompassie begint met zinnen. Herhaal in stilte tegen jezelf:
— “Dit is een moeilijk moment, en dat is oké.”
— “Ik ben niet alleen – iedereen ervaart dit.”
— “Laat me nu even lief voor mezelf zijn.”
Adverteren
Deze zinnen herprogrammeren je interne dialoog.
Zelfcompassie is vooral belangrijk tijdens tegenslagen. In plaats van “Ik heb gefaald – ik ben een loser”, denk “Ik heb alles gedaan wat ik kon. Dat is een les.” In plaats van “Ik ben in de steek gelaten – niemand heeft me nodig”, denk “Ik ben gekwetst, maar ik ben liefde waard.” Deze aanpak behoudt je zelfrespect en geeft je de kracht om verder te gaan.
Zelfcompassie is geen zwakte, maar kracht. Het vereist moed – om pijn te erkennen, er niet voor weg te rennen, je niet te verschuilen achter een masker van “alles is goed”. Het vereist volwassenheid – om bij jezelf te kunnen zijn in moeilijke momenten.
Het verbetert ook relaties. Wanneer je niet het onmogelijke van jezelf eist, stop je met het eisen ervan van anderen. Je wordt zachter, toleranter en oprechter.
Begin klein. De volgende keer dat je je schuldig, beschaamd of teleurgesteld voelt, leg je je hand op je hart en zeg je: “Dit doet pijn. Ik ben er voor mezelf.” Deze simpele handeling creëert een neurobiologische reactie – het verlaagt de cortisolspiegel en verhoogt de oxytocineproductie.
Zelfcompassie is de weg naar huis – naar jezelf. Naar iemand die liefde verdient, niet vanwege zijn prestaties, maar simpelweg omdat hij bestaat. En daarin ligt de diepste genezing.