Onze gedachten vormen onze realiteit. Maar vaak werken ze tegen ons – automatisch, vervormd, negatief. Zulke destructieve cognitieve patronen (of “cognitieve vervormingen”) liggen ten grondslag aan angst, depressie en een laag zelfbeeld. Het goede nieuws: ze kunnen herkend en veranderd worden. De eerste stap is leren ze in je gedachtenstroom op te merken.
Adverteren
Een van de meest voorkomende patronen is gepolariseerd denken (“alles of niets”). Je ziet de wereld in zwart-wit: “Als ik niet perfect ben, ben ik een loser”, “Als hij niet met me is, is hij tegen me.” Dit soort denken is onbuigzaam. Vraag jezelf eens af: “Waar is de gulden middenweg?” “Misschien zijn er grijstinten?”
De tweede is catastroferen. Je voorziet een fictieve apocalyps: “Als ik te laat kom voor de vergadering, word ik ontslagen”, “Als hij niet antwoordt, heeft hij me gedumpt.” Deze manier van denken versterkt de angst. Vraag jezelf af: “Wat is de werkelijke kans op het worstcasescenario?” “Wat doe ik als dat gebeurt?” en je zult zien: je kunt ermee omgaan.
Ten derde is personalisatie. Je neemt de verantwoordelijkheid voor alles wat er om je heen gebeurt: “Hij is verdrietig – dat betekent dat ik iets verkeerd heb gedaan.” “De problemen op het werk zijn mijn schuld.” Maar de wereld draait niet om jou. Vraag jezelf af: “Zijn er andere verklaringen?” “Wat heb ik onder controle en wat niet?”
Ten vierde is gedachtenlezen. Je weet zeker dat je weet wat anderen denken: “Ze vindt me dom”, “Ze lachen me uit.” Maar dit is slechts een aanname. Controleer: “Is er bewijs?” “Projecteer ik mijn angsten?”