Ten vijfde is filteren. Je merkt alleen het negatieve op en negeert het positieve: “Ja, ik kreeg een compliment, maar dat was gewoon beleefdheid.” “Ja, het project was een succes, maar ik heb een klein foutje gemaakt.” Probeer een dankbaarheidsdagboek bij te houden – schrijf drie goede gebeurtenissen per dag op. Dit zal je hersenen trainen om het goede op te merken.
Adverteren
De zesde is ‘moeten’. Je leeft volgens strikte regels: “Ik moet succesvol zijn”, “Ze moeten me respecteren.” Als de realiteit niet klopt, word je boos of voel je je schuldig. Vervang “moeten” door “willen” of “liever”. Dit geeft je keuzevrijheid.
De zevende is het devalueren van het positieve. Je wuift successen weg: “Het was een ongeluk”, “Iedereen had dat gedaan.” Maar je prestaties zijn het resultaat van je inspanningen. Erken ze: “Ik ben trots op mezelf hiervoor.”
De achtste is emotioneel redeneren. Je verwart gevoelens met feiten: “Ik voel me een verliezer – dat betekent dat ik er een ben.” Maar gevoelens zijn signalen, geen waarheid. Vraag je af: “Wat zegt logica?” “Hoe zou ik de situatie beoordelen als dit mijn vriend was?”
Het veranderen van patronen vergt oefening. Gebruik de “drie kolommen”-techniek: de eerste is de automatische gedachte, de tweede is de vervorming en de derde is de rationele reactie. Na verloop van tijd zul je leren om verstoringen in het moment te herkennen en te vervangen door meer evenwichtige gedachten.
Onthoud: het doel is niet om negatieve gedachten kwijt te raken, maar om ze niet langer onvoorwaardelijk te geloven. Je bént niet je gedachten. Je bent een waarnemer die kan kiezen welke gedachten je laat spreken. En in die keuze ligt jouw kracht.