In de industrie bespaart AR/VR al miljarden. Technici dragen brillen die reparaties van apparatuur weergeven met overlay-instructies. Architecten laten klanten toekomstige gebouwen zien op een 1:1-schaal. Fabrieksarbeiders ontvangen realtime signalen, waardoor fouten en verwondingen worden verminderd. Dit is niet de toekomst – het is vandaag, bij Siemens, Boeing en Ford.
Adverteren
Maar de technologie brengt ook risico’s met zich mee. Langdurig VR-gebruik kan duizeligheid, vermoeide ogen en desoriëntatie veroorzaken. Metaverses roepen vragen op over digitale identiteit, privacy en cyberpesten. Wie is de eigenaar van jouw avatar? Wat te doen tegen virtueel geweld? Hoe reguleer je een economie waar NFT’s duizenden dollars waard zijn?
Een ander probleem is digitale ongelijkheid. Hoogwaardige VR-headsets en AR-brillen zijn duur. Niet iedereen beschikt over krachtige computers of een stabiel internet. De metaverse dreigt een club voor de rijken te worden en miljoenen achter te laten. Om dit te voorkomen, hebben we open standaarden, toegankelijke apparaten en overheidssteun nodig.
Desalniettemin is het potentieel enorm. AR/VR maakt de wereld toegankelijker: iemand met een beperking kan de Everest of het Louvre “bezoeken”. Ze vervagen grenzen: je kunt met een vriend in Tokio chatten terwijl je in Moskou zit, alsof je in dezelfde kamer bent. Ze vergroten de creativiteit: kunstenaars schilderen in 3D-ruimte, muzikanten creëren interactieve concerten.
De toekomst behoort toe aan een hybride realiteit, waar het fysieke en het digitale harmonieus samengaan. Maar het is belangrijk om te onthouden: technologie is een hulpmiddel, geen doel. Het moet de menselijke ervaring verdiepen, niet vervangen. Want de meest waardevolle dingen zijn niet de virtuele wereld, maar echte emoties, relaties en momenten. En laat AR/VR helpen deze te creëren – niet eraan te ontsnappen.