Het vijfde principe is bewustzijn van je eigen vooroordelen. We zijn allemaal vatbaar voor cognitieve vooroordelen: bevestigingsbias, het halo-effect en groepsdenken. Geef toe: “Ik zou het mis kunnen hebben.” Houd een “biasdagboek” bij: wanneer heb je informatie afgewezen, simpelweg omdat het niet strookte met je mening?
Adverteren
Het zesde principe is het scheiden van feiten van interpretaties. Feit: “Het is 30°C.” Interpretatie: “De hitte is ondraaglijk.” In discussies wordt het ene vaak met het andere verward. Leer te zeggen: “Dit is wat ik zie…” of “Zo begrijp ik het…” Dit vermindert conflicten en vergroot de helderheid.
Het zevende principe is het vermogen om vragen te stellen. In plaats van “Is dit waar?”, vraag je: “Hoe is dit geverifieerd?”, “Welke gegevens ondersteunen dit?”, “Welke alternatieven zijn er?” Vragen zijn een hulpmiddel voor kritisch denken. Hoe dieper de vraag, hoe dieper het begrip.
Het achtste principe is praktijk. Analyseer het nieuws, reclame, politieke toespraken, familieconflicten. Waar vervangen emoties argumenten? Waar zitten de verborgen motieven? Waar zitten de logische valkuilen? Kritisch denken is geen theorie, maar een vaardigheid die zich ontwikkelt door toepassing.
Het negende principe is intellectuele nederigheid. Erken dat je niet alles weet. Wees bereid om van gedachten te veranderen wanneer nieuwe gegevens beschikbaar komen. Zoals Socrates zei: “Ik weet dat ik niets weet.” Dit is geen zwakte, maar een kracht – de kracht van openstaan voor de wereld.
Het tiende principe is het delen van vaardigheden met anderen. Bespreek dit met kinderen, vrienden en collega’s: “Waarom denk je dat?” “Welk bewijs heb je?” Kritisch denken is een vaccin tegen manipulatie, nepnieuws en paniek. En in een wereld waar de waarheid wordt bedreigd, wordt het niet alleen een vaardigheid, maar ook een burgerplicht.